De aandeelhouder dient bij toepassing van de faciliteit van artikel 14c Wet Vpb, de onderneming van de vennootschap voort te zetten met alle vermogensbestanddelen van de vennootschap die hiertoe kunnen gaan behoren. Dit impliceert dat ook deelnemingen met een gecombineerd zakelijk en privé karakter (keuzevermogen) verplicht tot het vermogen van de voortgezette onderneming worden gerekend.
Ik keur goed dat een dergelijk aandelenbezit met een gecombineerd karakter dat als keuzevermogen is aan te merken, in afwijking van de hoofdregel vermeld onder 3.6.1., niet wordt gerekend tot het vermogen van de voort te zetten onderneming (box 1) maar tot het privé-vermogen (box 2 of box 3) van de voortzettende aandeelhouder. Op deze wijze wordt voorkomen dat de waardeaangroei van deze aandelen na de geruisloze terugkeer tegen het hogere box 1 tarief in de heffing wordt betrokken.